We staan er nauwelijks bij stil, maar ons hele leven draait om 'Liefde, Reizen, Familie, Werk, Sport en Kennis,' totdat...

Dan zijn Gezondheid, Welzijn en Goede Zorg, dé combinatie voor een goed leven.

Patiëntenzorg is niet meer los te zien van een gezond leven, welzijn en het lichamelijk welbevinden en de rol die de mens daar zelf in speelt. Eigenlijk logisch, maar in de medische praktijk nog niet zo voor de hand liggend. Gelukkig zijn er veel artikelen en boeken over geschreven, en de definitie die de WHO daarover heeft geformuleerd, geven dat ook aan. Twee methodieken waarin de mens, samen met zijn of haar arts tot een gezamenlijke aanpak of behandelingsvorm komen, zien we in de dagelijkse praktijk gelukkig steeds vaker. Zo wordt de 'Positieve Gezondheid' benadering van Machteld Huber steeds meer toegepast in de zorg. "Het Nederlandse zorgsysteem is ziekte gericht."  Graag verwijs ik u naar de video https://www.youtube.com/watch?v=BgG4nVmX9GU  respectievelijk de website van het Instituut For Positive Health: https://iph.nl/. Maar er bestaan meerdere methodieken.

Participatory Healt and Healthcare is een persoonsgerichte benadering, die o.a. door Bas Bloem, hoogleraar neurologie verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen, is geïntroduceerd. Deze video geeft daar een prachtige impressie van https://www.youtube.com/watch?v=LnDWt10Maf8&t=58s

Artsen willen patiënten het beste bieden, en gaan daar ver in. 

Artsen willen boven zichzelf uitstijgen. Ieder dag weer. Maatwerk bieden behoort tot het domein van de arts, maar spitst zich nog te eenzijdig toe op het medische vlak, terwijl alternatieven voorhanden zijn. Dat komt doordat aanpalende expertise(s) vaak niet direct voor handen is/zijn. Artsen onderkennen dat, en kiezen steeds vaker voor het geven van gedrag-, voeding- en 'even niets doen’ adviezen in plaats van direct behandelen of geneesmiddelen. Zo wordt de patiënt 'op de persoon gericht' meerwaarde(n), kwaliteit en keuzes geboden, zoals: gedegen uitleg, toelichting op behandelopties geven en het gezamenlijk bepalen welk behandelplan de patiënt de best mogelijke gezondheid en welzijn biedt. Maar zeg nou echt!

Wie wil er nou ziek zijn... niemand toch!!!
Wie wil door ziekte onnodig lang thuis zitten of in het ziekenhuis opgenomen zijn en helemaal niet of beperkt deelnemen aan het normale leven. Hoe dat er ook uitziet. Het voorkomen van ziekte is dan beter dan genezen, toch!

Maar soms heb je het niet in de hand en laat je lichaam het afweten. Ook dat is realiteit. Jaarlijks melden zich circa 8 miljoen Nederlanders met een aandoening bij hun huisarts en doorverwezen naar de medisch specialist in de curatieve en geestelijke gezondheidszorg. En dan gaan medische processen 'lopen' eerst bij de huisarts: anamnese, diagnostiek, de diagnose, behandeling, zorg en nacontrole en bij de medisch specialist in de spreekkamer worden deze stappen nog eens herhaald. Wat vaak buiten beeld blijft zijn de belemmeringen en de effecten van behandeling en de wijze van herstel op het dagelijks leven van de patiënt en zijn of haar menszijn. Dat hebben we zichtbaar willen maken in het logo 'Gezond Leven.'

Het boven aan de pagina staande Gezond Leven logo, geeft de aspecten van het leven weer, waar mensen van afhankelijk zijn en onbeperkt aan willen of moeten hechten om vrij en onafhankelijk te kunnen zijn. Daarom wil iedereen in het geval van ziekte dat de periode van ziek zijn, zo kort mogelijk is, om zo snel mogelijk het normale leven op te nemen. 

Pauline Meurs is hoogleraar bestuur van de gezondheidszorg, Erasmus Universiteit Rotterdam en voormalig voorzitter van de raad voor Volksgezondheid en Samenleving schreef in het F: "Van alle Europese landen is Nederland kampioen korte ligduur in het ziekenhuis. Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Unie, bracht begin dit jaar een verslag uit waaruit blijkt dat in 2016 in Nederland de gemiddelde ligduur 4,5 dagen bedroeg. Ligduur staat voor het aantal dagen dat een patiënt in het ziekenhuis verblijft. Tegelijk neemt het aantal poliklinische bezoeken in Nederland enorm toe en dat geldt ook voor de zogenoemde dagopnames.Het algemene streven is om de ligduur verder te bekorten.

Vergeleken met andere landen is het aantal ligdagen in Nederland het laagst van alle EU-landen. Ter vergelijking: in Frankrijk is het gemiddelde 9,1 dagen, in Duitsland is het gemiddelde negen dagen.In Engeland 7,1 dagen. ZORG Nederlanders liggen heel kort in het ziekenhuis. Is dat goed of toch ook een beetje slecht nieuws? Pauline Meurs is hoogleraar bestuur van de gezondheidszorg, Erasmus Universiteit Rotterdam en voormalig voorzitter van de raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Deze cijfers moeten, zoals altijd, met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd; het gaat immers om gemiddelden.We zouden meer moeten weten over de patiëntenpopulatie, want bijvoorbeeld opname in het verpleeghuis is niet meegenomen in de berekening. Dat laatste heeft uiteraard een neerwaarts effect op het aantal Nederlandse ligdagen. In de landen om ons heen is de scheiding tussen ziekenhuis en verpleeghuis minder scherp dan hier; in het buitenland komen we meer verpleeghuispatiënten in het ziekenhuis tegen dan in Nederland. Deze kanttekeningen ten spijt: de ligduur neemt af, Nederland gaat aan kop en het einde is nog lang niet in zicht. Overwegend wordt deze trend met gejuich ontvangen. Niemand wil toch langer dan strikt noodzakelijk in het ziekenhuis liggen? Op die vraag luidt het antwoord niet uitsluitend ja.

INTERVENTIEHUIS 

De daling van het aantal dagen dat een patiënt in het ziekenhuis ligt, wordt door verschillende factoren veroorzaakt. In de eerste plaats door de kwaliteit van de interventies en de accuratesse van de ingrepen, die bovendien steeds minder invasief zijn. Dan spelen ook nog mee de wens en de noodzaak van kosteneffectiviteit (een ligdag is duur) en de voorkeur van veel patiënten om zo snel mogelijk weer naar huis te gaan. Dat laatste was vroeger wel anders. Medio negentiende eeuw is het ziekenhuis nog een plek waar je zo lang mogelijk moest wegblijven vanwege gebrekkige hygiëne en infectiegevaar. In het ziekenhuis werd je eerder zieker dan beter.Begin twintigste eeuw kantelt dit beeld door medische kennis, nieuwe methoden en apparatuur. Het ziekenhuis wordt een plek waar je wordt behandeld en verpleegd, een plek om beter te worden.

Tegenwoordig is het ziekenhuis vooral een ‘interventiehuis’ waar de ingreep centraal staat. Vitale onderdelen van het genezingsproces: verpleging, nazorg, het bijkomen in algemene zin, moeten het liefst zo kort mogelijk in het ziekenhuis gebeuren.Binnen twee à drie dagen naar huis gaan is eerder uitzondering dan regel. De afnemende ligduur valt de laatste jaren samen met enorme opmars met het idee van ‘thuis’ als de plek waar goede zorg kan worden verleend. Thuis in de letterlijke zin van het woord. De vraag is of deze ontwikkeling uitsluitend positief moet worden beoordeeld. Is het wel zo goed dat Nederland zo laag scoort in het aantal ligdagen? Zijn we niette ver gegaan?Want wat is thuis nog als je privédomein een soort mini-ziekenhuis is geworden met een hoog-laag bed, steeds andere verpleegkundigen die in- en uitlopen en een partner die steeds meer verzorger is en steeds minder partner? Deze vragen zijn vooral nijpend voor kwetsbare mensen die veel zorg nodig hebben. Behalve de overheveling van verpleging en verzorging naar het thuisfront met alle gevolgen van dien, zijn er andere effecten die nog onvoldoende in kaart zijn gebracht. Laat ik beginnen met een ervaring uit mijn nabije omgeving. Na een zware ingreep mag een naast familielid van mij binnen twee dagen thuis, met een eenvoudige boodschap van het ziekenhuis: doe rustig aan en als het niet gaat moet u even bellen.Wij allemaal blij: hij mag al naar huis.Hijzelf en wij dachten ook: hij is alweer thuis dus het zal wel meevallen. De duur van de opname is blijkbaar toch een graadmeter geworden voor de ernst van de situatie. Als die meetlat je uit handen wordt geslagen, is het knap lastig om te weten wat rustig aan doen betekent, en nog moeilijker is het om je er naar te gedragen. Ook neemt de onzekerheid toe over je eigen situatie.

Helaas is hier nog onvoldoende onderzoek naar gedaan, maar er zijn tekenen dat snel naar huis na een ernstige ingreep een negatieve invloed kan hebben op de kwaliteit van het herstel. Te snel naar huis gaan zou zomaar kunnen leiden tot een verhoogde kans op heropname. Ook dit vraagt om nader onderzoek.

MANTELZORGERS

 De steeds kortere opnameduur heeft ook gevolgen voor het werk in het ziekenhuis, in het bijzonder voor het verpleegkundig werk. Een verpleegkundige verwoorde het eens treffend in een gesprek: ‘patiënten worden er als producten doorheen gejaagd, we zien ze nauwelijks meer’. Er is nog weinig tijd voor de verpleegkundige om in de volle breedte verpleegkundige zorg te bieden, om een relatie op te bouwen met de patiënt en om met hem of haar aandacht te besteden aan de verwerking van de ingreep, aan de voorbereiding op ontslag als opmaat voor het herstelproces thuis. Heroverweging van het alsmaar dalende aantal ligdagen is gewenst.Het mes zou dan aan meerdere kanten kunnen snijden: verbetering van de kwaliteit van het herstel van de patiënt, minder belasting van de mantelzorgers en veel tevreden verpleegkundigen die met plezier hun vak uitoefenen en er niet over piekeren om hun mooie beroep vaarwel te zeggen.


#NLdebestezorgterwereld is onderdeel van HAZ  - Copyright 2024 - Privacyverklaring