De Menselijke Factor

'We moeten mensen zo gezond mogelijk houden, zo lang als mogelijk
'Willen we nóg betere zorg of een gezonde(re) bevolking'
by Director of Health, Bogi Eliasen

 


De menselijke factor in moeilijke tijden

In een alsmaar toenemende complexe samenleving tekent zich een duidelijke scheiding af tussen welvarende burgers en minder tot nauwelijks welvarende burgers. Maar ook tussen academische en niet academisch opgeleide burgers. De denigrerende term 'hoog en laag' opgeleid, stigmatiseert, ongewenst, zo'n 60% van de Nederlandse samenleving. Dit terwijl Nederland snakt naar juist deze medewerkers. Het probleem speelt op alle kennis- en werkniveaus.  

Vele burgers die door hun problemen een beroep deden op de overheid, kwamen door complexe, vaak onduidelijke en onbegrijpelijke wet- en regelgeving ongenadig in de problemen.
Hoe kon het komen dat zoveel individuele burgers, gezinnen in grote en soms existentiële problemen kwamen? Het antwoord op deze vraag is complex en multifactorieel. Vele oorzaken hebben hierin een alles beslissende rol gespeeld. Hieronder beschrijf ik er drie:
 
1. De overheersende rol van het economisch 'denken en doen' bij de overheid en het bedrijfsleven raakt samenleving en burgers tot in de haarvaten. Ook put het mensen, welvarend of niet, geleidelijk uit. Steeds vaker staan burgers met lege handen als de levering van afgesproken diensten en producten fout loopt. Treffende voorbeelden zijn de problemen als gevolg van de gaswinning in Groningen, het toeslagenschandaal. Dit is het topje van de ijsberg.  Ook in de gezondheidszorg komen dergelijke toestanden. Door een ernstig gebrek aan transparantie kan de burger geen keuze maken van de beste huisartsenpraktijk, ziekenhuis en de arts. Ook hier is de burger overgeleverd aan een schijnvertrouwen. Steeds vaker trekken steeds meer burgers, in grote onzekerheid alleen gelaten, aan het kortste einde.

2. Het de burger onthouden van relevante (monopolistische professionele) kennis en instrumenten, zodat mensen niet in staat zijn hun mindset gaandeweg kunnen aanpassen en hun therapeutisch vermogen over politiek gevoelige thema's, zoals allerlei medische, zorg, sociale en maatschappelijke vlak te optimaliseren.

3. Het continu negeren van vaardigheden waarover de burger altijd al beschikte om in eigen behoefte te voorzien. Vaardigheden nodig om alert op te treden om zichzelf, andere mensen en dieren te helpen. Diensten die al jaren zijn ondergebracht bij professionele diensten.
Ik noem er enkele vaardigheden: mensen en kinderen helpen (maakt niet uit wat), EHBO, BHV, AED, zorgen voor veiligheid in de straat, mantelzorg, brandjes blussen, voorkomen van inbraak, relaties onderhouden. Allen diensten die professioneel zijn georganiseerd. Interessant is te bepalen wie is hier de professional 'de burger' die zelfstandig acteert en voorkomt'. De vraag die je kunt stellen is 

Deze volgende drie, hiermee corresponderende onderwerpen, zijn onderdeel van het Gezondheidssysteem NL 2022 - 2032 en moeten uiterlijk in 2028 zijn geregeld. Deze zijn:
a. 'De menselijke Conditie', 
b. 'Democratisering van de Zorg- en Hulpverlening' 
c. De 'Burger als Professional' en de 'Professional als Expert'. 

A. Filosofen en De Menselijke Conditie'
Je kunt de verandering in de samenleving, de opvoeding en de zorg- en hulpverlening niet meer afdoen zonder te kijken naar wat filosofen hebben geschreven over de activiteiten waar mensen een cruciale rol spelen, te weten: de dagelijkse arbeid thuis, het werken in opdracht en het handelen van de mens.
Veel filosofen hebben zich hun hele leven hierin verdiept. Toch komt deze kennis te weinig bij het brede publiek terecht. Dat moet beter, want filosofie kan een houvast zijn voor de mens, maar ook een rol spelen in het herijken van de eigen koers.

Zo beschrijven de filosofen Arthur Schopenhauer (1788 - 1866) en Hannah Arendt (1906 - 1975) de Menselijke Conditie, ook wel 'Condition Humaine' of 'Human Condition' genoemd. Kort door de bocht herkennen zij dat het hele leven van mensen vooral bloot staat aan: Verlangen - kortstondige bevrediging - verveling - nieuw verlangen.

Hannah Arendt (1958) gaat uitgebreid in op de 'De Menselijke Conditie'. De hieronder weergegeven tekst is overgenomen uit de IJzeren Lijst 9 uit het blad Filosofie. Arendt stelt dat 'De Menselijke Conditie gaat over het leven, het 'actieve' leven. Over het 'nadenken over wat wij als mens doen'.

In het boek The Human Condition ontvouwt Hannah Arendt een theorie waarin zij een belangrijk onderscheid maakt tussen drie typen van fundamentele menselijke activiteiten: 'arbeid', 'werken' en 'handelen'.
Door de moderne overwaardering van arbeid en werk is het handelen, het nadenken over wat wij als mens willen, ten onrechte ondergeschikt gemaakt aan de andere twee activiteiten. Ze typeert dat als volgt:

  • Arbeid. Onder Arbeid verstaat Ahrend het voorzien in dagelijks levensonderhoud. Arbeid is een voortdurend voortgaand proces, waarmee je nooit klaar bent. Het huishouden is hier een goed voorbeeld van. Overdag, elke avond eten op tafel zetten, telkens het huis aan kant maken, voor de kinderen zorgen zodat zij gezond blijven, het zijn allemaal zich hernemende processen van hetzelfde. Door middel van arbeid verkrijgen wij de benodigde consumptiegoederen en worden wij beschermd tegen de natuurprocessen van het verval. De Menselijke Conditie is in dit geval het leven zelf, waarbij we als individu opgaan in de eeuwig durende cyclus van de menselijke soort.
  • Werk. Werk is het kunstmatig produceren van goederen. Het gebruikmaken van gereedschappen en werktuigen om iets te creëren, is hier kenmerkend voor. In tegenstelling tot arbeid heeft werken wel een begin en een einde.  Denk hier bijvoorbeeld aan een ambachtsman: hij werkt aan een producten zodra het product klaar is kan hij stoppen met werken. Een ambachtsman produceert hiermee iets duurzaams: het gaat om gebruiksgoederen, geen verbruiksgoederen. 
    Door te werken plaatsen we ons buiten de natuur in een wereld die geschapen is door de mensenhand. Huizen, wegen, gebruiksgoederen, het zijn allemaal voorbeelden van de menselijke niet-natuurlijke wereld die nadrukkelijk te scheiden val van de aarde, onze planeet. Waar de aarde de voorwaarden voor het leven van de mens vormt, vormt de menselijk geschapen wereld de voorwaarden waaronder de aarde voor dit specifieke menselijke leven bewoonbaar is. 
    Werk brengt een bepaalde eenzaamheid met zich mee. De waarde van de producten hangt enkel af van het praktisch nut ervan, waardoor de maker zich puur richt op het product dat vervaardigd moet worden en totaal niet op zijn medemens. Hierdoor is werk een prive-activiteit die gericht is op het onderhoud van het levensproces.

Geboorte
Handelen is voor Arendt  de belangrijkste menselijke activiteit, waar zij dan ook het meest aandacht aan besteedt. Onder handelen verstaat zij het publiek spreken - het in gesprek gaan met anderen, je mening laten horen over publieke of politieke kwesties. Het is de enige activiteit die tussen 'mensen plaats vindt.

Arendt spreekt over inter-esse. Natuurlijk: ook het huishouden of huizen bouwen kan je met anderen doen - maar je zegt niet dat tussen jou en een ander het huishouden  gebeurt'. 'Zoals je wel zegt dat er tussen jou en een ander een gesprek plaats vindt, een dialoog waarin je je mening laat horen, maar ook van inzicht kunt veranderen als je naar een ander luistert. Je merkt zelfs pas door het gesprek met een ander wie je zelf bent en waar je staat.
Er is niet eerst een 'ik' en vervolgens het spreken: zonder de ander (bijvoorbeeld jouw echtgenoot, kind of vreemde), die jou ondervraagt, geen ik. 

Arendt spreekt zelfs van een 'tweede geboorte'. Naast de fysieke geboorte, waarmee een nieuw leven ter wereld komt, is er ook een symbolische geboorte: de toetreding tot het domein van het handelen. Daar komt onvermijdelijk de vraag op je af wie je bent, en waar je voor staat. Een vraag overigens, waar je noot definitief antwoord op kunt geven , omdat in het spreken steeds nieuwe perspectieven oplichten. Voor Arendt is pluraliteit het kenmerk van handelen. Ieder mens is het domein van het handelen neemt een uniek standpunt in. en ook voor ons zelf weten we nooit zeker hoe wij zullen veranderen door het spreken met anderen. Die pluraliteit wil niet zeggen dat we allemaal langs elkaar heen praten. Er is een gezamenlijk belang om het domein van het handelen, het met elkaar spreken, overeind te houden, juist omdat we ons zelf daarin kunnen laten horen. We zijn verbonden in verscheidenheid. Om dit duidelijk te maken gebruikt Ahrendt de metafoor van een tafel waaraan wij plaats nemen: we kunnen onze mening en onze meningsverschillen op tafel leggen, maar tegelijkertijd verbindt de tafel ook diegenen die er aan plaatsnemen.

Bij de Oude Grieken vormde deze publieke ruimte een fundamenteel onderdeel van de samenleving, maar tegenwoordig verdwijnt het domein van het handelen volgens Arendt steeds meer uit ons bestaan. 
Daarom waarschuwt zij voor een maatschappij waarin consumeren en produceren een doel op zich wordt: ‘Het hedendaagse streven naar gezondheid en nuttigheid, naar veilig welbehagen en voorspelbaar rendement brengt de klassieke waardering voor het handelen en spreken in het nauw. Denk tegenwoordig aan politiek die alleen maar in het teken staat van banengroei of welvaart.
Daarom roept zij ons op ons leven niet slechts te wijden aan een bestaan als zwoegend dier (animal laborans) of als werkende mens (homo faber), maar aan het actieve bestaan (vita activa): het handelen in de openbaarheid. 

Volgens Arendt is het bedrijven van politiek, het voeren van gesprekken met anderen, van fundamenteel belang voor mensen om een goed leven te leiden. Het spreken is een doel op zichzelf – het heeft geen doel buiten zich, zoals koken een maaltijd tot doel heeft of bouwen een huis. We worden zelf geconstitueerd/ gevormd door het spreken met anderen. Hierdoor vindt de mens zijn ware bestemming in het handelen en is het essentieel voor een waardevol leven.

Arendts kritiek op de moderne maatschappij is van grote invloed geweestop de politieke filosofie. Toch ziet Arendt zichzelf niet graag als filosoof, want waar filosofen nadenken over de Mens, wil zij juist altijd over mensen in meervoud denken.

Wat uitspraken van andere filosofen:

Nietzsche schreef eens dat het belangrijkste verschil tussen de mens en de koe is, dat de koe weet hoe hij moet bestaan, hoe hij zonder angst  moet leven in het gezegende heden, zonder de last van het verleden en zonder de verschrikkingen van de toekomst. Maar wij, ongelukkige stervelingen, worden voortdurend geplaagd door het verleden en onze toekomst, zodat we slechts kortstondig wat door het heden kunnen kuieren.

Kierkegaard: Hij schreef dat sommige mensen “dubbel wanhopig” zijn, wat wil zeggen dat ze wanhopig zijn, maar zichzelf dermate voor de gek houden, dat ze niet weten dat ze wanhopig zijn. Daar bedoelt hij mee: het grootste gedeelte van mijn eigen lijden komt voort uit mijn verlangen. Ik bevredig dat verlangen, ken een moment van verzadiging, dat al snel omslaat in verveling en op zijn beurt weer wordt verdreven door het volgende verlangen dat de kop opsteekt.

B. Democratisering van de zorg- en hulpverlening



C. De Burger als Professional

hhhh



#NLdebestezorgterwereld is onderdeel van HAZ  - Copyright 2024 - Privacyverklaring